Rechterlijke uitspraken vertragen hulp aan Texelse PAS-melders
In dit artikel:
Door een belangrijke uitspraak van de Raad van State verloopt het ondersteunen van PAS-melders, voornamelijk agrarische ondernemers, trager dan verwacht. Sinds mei 2024 werkt de provincie Noord-Holland samen met het ministerie van LVVN, gemeenten, de Omgevingsdienst en LTO-Noord aan een traject op Texel om deze ondernemers gericht te helpen. Zaakbegeleiders van LVVN voeren gesprekken om hun behoeften in kaart te brengen en verzamelen ervaringen die later ook in andere delen van de provincie van pas komen.
De uitspraak van eind 2024 legde strengere voorwaarden op voor het verkrijgen van natuurvergunningen. Ondernemers moeten nu aantonen dat de stikstofruimte die ze aanvragen niet voor natuurherstel is, het zogenaamde principe van additionaliteit. Ook het intern salderen, waarbij ondernemers binnen hun eigen bedrijf stikstofbronnen mochten verschuiven zonder extra vergunning, is aan banden gelegd. Hiervoor is voortaan een vergunning nodig en moet bewezen worden dat de natuur er niet op achteruitgaat. Gebleken is dat hierdoor sommige ondernemers een deel van hun vergunning kunnen verliezen.
De provincie onderzoekt hoe maatwerk per gebied mogelijk is, waarbij ondernemers met gedegen onderzoek kunnen aantonen dat hun stikstofuitstoot geen schadelijke gevolgen heeft. Met ondersteuning van de provincie moet eind 2025 alle benodigde informatie zijn verzameld, waarna vergunningaanvragen kunnen worden ingediend. De landelijke beleidsaanpassing en het aanpassen van subsidieaanvragen vormen extra uitdagingen.
De inzet van zaakbegeleiders vanuit LVVN blijkt effectief omdat zij zowel de praktijk op de boerderij als de juridische context kennen. Dit concept wordt inmiddels ook in andere provincies toegepast om PAS-melders te ondersteunen.
PAS-melders zijn bedrijven die, voordat het PAS-programma in 2019 door de Raad van State ongeldig werd verklaard, hun activiteiten konden melden zonder vergunning als de stikstofuitstoot onder de drempel bleef. Deze uitspraak maakte dat veel ondernemers, hoewel zij te goeder trouw waren, formeel illegaal bleken te opereren vanwege niet-naleving van Europese natuurregels. Hierdoor is extra begeleiding en maatwerk noodzakelijk om hen weer op het juiste vergunningstraject te krijgen.